Overzicht digitale en grafische vaktermen
van Mac tot Megapixel
M
Mac: verkorte benaming voor Apple Macintosh. Steve Jobs en Steve Wozniak ontwikkelden in de tachtiger jaren de eerste desktop computer voor de consumentenmarkt die gebruikt kon worden voor o.a. DTP, beeldbewerking en gaming. De Macbook laptops en Mac Pro-werkstations zijn nog altijd populair bij grafisch ontwerpers, beeldmakers en andere creatieven.
Marges: de witruimten onder, boven en naast de zetspiegel van een pagina.
MC-papier: zie gestreken papier.
Megapixel (MP): 1 miljoen pixels. Een vierkant van 1000 x 1000 pixels is gelijk aan één megapixel.
Op internet is al jaren een levendige discussie over megapixels gaande. Volgens sommige bloggers zijn al die megapixels slechts een marketingtruc om steeds duurdere camera’s te verkopen. Deels klopt dat, maar het draait uiteindelijk om de toepassing. Als het jouw ambitie is om je foto’s beeldvullend op een grote monitor te bekijken en incidenteel afdrukken te maken voor fotoalbums dan heb je meer dan voldoende aan een 12 MP of 16 MP-camera. Ook voor bloggers, influencers en Facebook-adepten voldoet deze kwaliteit prima.
Als je echter hoge resolutie-foto’s wilt maken voor hoogwaardig drukwerk, posters of grote fotowanden geldt dat je niet snel te veel megapixels hebt. Stel dat je een galeriewaardige afdruk wilt op fotopapier van 100 x 70 cm met 200 dpi als minimale aanleverresolutie; dan moet je bestandsformaat 7800 x 5460 pixels zijn. Dit komt ongeveer overeen met de beeldkwaliteit van een 36 MP-camera. Zie ook de voorbeelden bij DPI.
Voordat de digitale fotografie doorbrak was 35 mm film de standaard voor spiegelreflexcamera’s en mensen vragen zich soms af hoe de beeldkwaliteit van analoge film zich verhoudt tot die van digitale camera’s. Over het algemeen kun je zeggen dat de beeldkwaliteit die een 24 MP-camera biedt ongeveer vergelijkbaar is met de beste versies van de ‘good old’ 35 mm film. Je kunt je daarbij wel afvragen in hoeverre je een chemisch proces met een digitale weergave kunt vergelijken. Beide technieken hebben hun eigen karakteristieken. Bij het vergroten van een analoog kleurennegatief wordt de korrelstructuur van de gebruikte film steeds duidelijker zichtbaar en bij digitale foto’s verschijnt vanaf een bepaalde vergrotingsfactor (ook wel ‘opblazen’ genoemd) de vierkante pixelstructuur.
Moiré: ongewenste vlekken- of stippenstructuur die door een gerasterde afbeelding loopt. Moiré is een optisch verschijnsel dat ontstaat als de rasterhoeken van een scanner en een stuk drukwerk met rasterafbeeldingen dat gescand wordt niet voldoende van elkaar verschillen. Vaak is een moirépatroon te verhelpen met de ‘descreening’-functie op de scanner of in Photoshop.
